Kunstbeschouwing
In de les van vandaag zijn we begonnen met kunstbeschouwing, we hebben gekeken naar 15 kunstwerken. Daarna heb ik samen met een klasgenoot een kunstwerk uitgezocht die ons beide aansprak. We hebben met elkaar drie aspecten besproken:
Wat zie ik?
Waar denk ik aan?
Wat betekent het?
Daarna hebben we zelf een kunstwerk gezocht in groepjes van drie en zijn we aan de slag gegaan met een eigen podcast. Eerst hebben we het verhaal bedacht en daarna hebben we het opgenomen.
We hebben ook nog een open en controleerbare opdracht gedaan. We konden kiezen uit twee verschillende opdrachten.Van te voren kregen we context en voorbeelden te zien en is er uitgelegd hoe we met de materialen kunnen werken en welke effecten we daarmee kunnen bereiken.
Vandaag heb ik samen met drie andere studenten een korte stop-motionanimatie gemaakt. We hebben eerst een verhaal bedacht. We hebben goed nagedacht over de verhaalboog. Vervolgens hebben we materialen verzamelt en dingen gemaakt die we nodig hadden voor ons verhaal. Het racemonster beweegt zich voort door verschillende ruimtes waarvoor we afbeeldingen hebben gezocht. Tijdens het maken van het filmpje hebben we het racemonster zo realistisch mogelijk laten bewegen.
Tijdens het nabespreken was het voor onze klasgenoten duidelijk waar het verhaal overging, ze zagen ook genoeg beweging in onze animatie waardoor het realistisch overkwam.
Filmpje over een racemonster die naar de aarde gaat om kerst te vieren.
• Je kunt aangeven wat de procesdoelen en productdoelen van de beeldende opdracht zijn.
• Je kunt een werkstuk maken van kosteloos materiaal door middel van het werkproces experimenteren. • Je kunt tenminste 3 verschillende assemblagetechnieken onderscheiden en toepassen in het werkstuk.
Bij een proces horen de componenten: onderzoek, beschouwing, werkwijze en reflectie. Ik heb gekeken naar een filmpje over Dick Bruna waarin ik heb beoordeeld wanneer hij bezig was met de componenten tijdens het bedenken van Nijntje.
Het werkstuk van vandaag was een racemonster maken van kosteloos materiaal. We hebben een context gecreëerd door naar verschillende afbeeldingen te kijken. Hierna gaf de docent voorbeelden waardoor mijn fantasie op gang kwam. Terwijl ik bezig was bedacht ik hoe mijn perfecte racemonster moest worden. Mijn doel was om de meegebrachte materialen onherkenbaar te maken. Je gaat hierdoor onderzoekend aan het werk en experimenteren met de materialen die je tot je beschikking hebt. Hierdoor maak je ook gebruik van verschillende verbindingstechnieken. Ik heb gewerkt met tape, lijm en ijzerdraad en wol.
Hieronder zie je mijn racemonster.
Het procesdoel: maak een voertuig.
In deze les experimenteren leerlingen met kosteloos materiaal en onderzoeken leerlingen verbindingstechnieken. Het proces is belangrijker dan het uiteindelijke product omdat de leerlingen tijdens het proces aan het onderzoeken zijn, ze moeten keuzes maken en creëren hierdoor hun eigen kunstwerk.
Het productdoel:
Aan het einde van de les hebben de leerlingen een racemonster gemaakt dat kan bewegen/rollen.
Het productdoel kan per klas verschillen. Het productdoel is misschien niet altijd behaald maar dit betekent niet direct dat het ook mislukt is. Tijdens het proces kan de leerlingen hele bewuste keuzes hebben gemaakt. Daarom is het als leerkracht belangrijk om rond de lopen en met leerlingen te praten over de beslissingen die ze hebben genomen. Als afsluiting kun je het productdoel uittesten.
De eerste les beeldende vorming stond in het teken van de volgende drie lesdoelen:
• Je kunt de 3 procesfasen (receptie, productie en reflectie) van het lesfasenmodel voor BV onderscheiden.
• Je kunt omschrijven wat beeldtaal is en op welke manieren dit in het basisonderwijs een rol speelt.
• Je kunt aangeven wat een open en controleerbare opdracht is en waarom dat belangrijk is bij BV.
Bij actief gaat het bijvoorbeeld om zelf muziek maken, zelf een beeld maken of deelnamen aan een feest zoals bijvoorbeeld sinterklaas.
Bij receptief gaat het om naar muziek luisteren, beelden bekijken zoals bijvoorbeeld een schilderij. Of naar een verhaal luisteren.
Bij reflectief ga je kijken of je dingen kan herkennen, ziet iedereen hetzelfde of ziet iedereen iets anders, is je werkstuk gelukt?
Een goede les bestaat uit alle drie de aspecten. Dit daarom bouw je een les als volgt op:
-Context (receptief)
-De opdracht
-Uitvoering (productief)
-Afsluiting (reflectief)
Een goede les bestaat niet alleen uit bovenstaande procesfasen maar de opdracht moet open en controleerbaar zijn. Om te controleren of de opdracht open is kijk je naar de volgende punten: ruimte voor eigen oplossingen, verbeelding en onderzoek. Maar de opdracht moet ook controleerbaar zijn: verbeelding stimuleren, technieken aanleren en materiaal onderzoeken.
Beeldtaal is een middel om met behulp van beelden en zonder woorden anderen iets te vertellen, bijvoorbeeld met behulp van tekeningen, schilderijen, gebouwen.
Vandaag zijn we in de les volop bezig geweest met het lesfasemodel. We zijn de les begonnen met een context schetsen zodat de leerlingen een beeld krijgen. Daarna hebben we uitleg gekregen wat de opdracht is. Hierbij geef je het open en controleerbare aan en laat je duidelijk niet wat ze moeten doen. Belangrijk: alles mag! Tijdens de uitvoering ben je productief bezig en merk je dingen die je de volgende keer anders zou doen, deze dingen kun je tijdens je eigen les extra benadrukken. Deze dingen bespreek je ook tijdens de reflectie. Bij de reflectie hebben we ook naar elkaars werk gekeken.
Als afsluiting van de les heb ik gekeken naar de open en controleerbare aspecten van de methode Moet je doen, les 15 De ijsbaan.
Een dier scheuren van papier:
Ik heb mijn lievelingsdier de pinguïn gemaakt. Ik heb gekozen voor een zwarte achtergrond en een blauwe pinguïn en witte ijsrotsen omdat ik dit een realistisch beeld vond. Daarna heb ik mijn dier laten bewegen en heb ik een animatiegemaakt waarin de pinguïn van een ijsschots afglijd. Daarna ben ik ook aan de slag geweest met afdrukkunst. Ik heb de pinguïn afgedrukt op een vel wit papier.
Dit animatiefilmpje heb ik gemaakt als verdiepingsopdracht na het scheuren van mijn favoriete dier: